Lokale heffingen
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen gaat zowel over de heffingen waarvan de besteding ongebonden is als over de heffingen waarvan de besteding wel gebonden is.
Ongebonden heffingen (OZB, Hondenbelasting en Precario)
Dit zijn heffingen waar geen specifieke dienst tegenover staat en waarbij de inkomsten ten gunste komen aan de algemene middelen. Er zijn geen (wettelijke) voorschriften waar wij aan moeten voldoen. Wel hanteren wij zelf als uitgangspunt de aanpassing van de honden- en precariobelasting te baseren op de verwachte prijsstijging. Voor 2020 1,5% en de periode 2020-2023: 2%. Bij het bepalen van het tarief van de OZB wordt rekening gehouden met het uitgangspunt dat het totaal van de woonlasten niet meer stijgt dan het verwachte inflatiepercentage.
Gebonden heffingen (Riool- en Afvalstoffenheffing, Leges, Haven- en Marktgelden en Parkeerbelastingen)
Dit zijn de heffingen waar een specifieke dienst/levering tegenover staat. Tegenover bijvoorbeeld de rioolheffing staat dat de gemeente de riolering aanlegt en onderhoudt. Bij het bepalen van de gebonden heffingen mogen we niet meer kosten aan de heffing toerekenen dan de kosten die we maken voor de te leveren dienst. In welke mate de heffing de kosten dekt wordt uitgedrukt in kostendekkendheidspercentage.
Voor de gebonden heffingen hanteren we een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn niet altijd zonder meer met elkaar te verenigen. Het vinden van de juiste balans is dus steeds de opgave.
- Zo laag mogelijke tarieven
Dit uitgangspunt vullen wij in door onze tarieven te toetsen aan die van de rest van Nederland. Dit geldt met name voor de tarieven riool- en afvalstoffenheffing, die door Coelo, in samenhang met de OZB, voor alle gemeenten in beeld worden gebracht. Waar relevant toetsen wij aan de tarieven in de regio. Dit doen we bijvoorbeeld bij de marktgelden. We proberen niet teveel af te wijken van de gemiddelde tarieven, waarbij de opmerking past dat niet altijd te achterhalen is wat andere gemeenten wel/niet aan kosten in hun tarieven hebben meegenomen. Het laag houden van de tarieven vraagt ook iets van de mate van efficiency waarmee we onze taken uitvoeren. Periodiek moeten we daarom nagaan of hierin verbeteringen zijn aan te brengen.
- Een eerlijke verdeling van de lasten
Dit betekent dat we de kosten neerleggen bij de gebruikers die profijt hebben van de voorziening. Dit geldt in principe voor alle voorzieningen die wij leveren. De bekendste voorbeelden zijn de riolering en de afvalstoffenheffing. Wat “eerlijk” is, kan aan verandering onderhevig zijn, afhankelijk van de invalshoek die gekozen wordt. Wanneer voor de invalshoek duurzaamheid en milieu gekozen wordt, kan de uitkomst anders zijn, dan wanneer voor een financiële invalshoek wordt gekozen.
- Volledige kostendekking
Wij vinden het reëel dat de kosten van onze voorzieningen volledig via de tarieven worden gedekt. Voor meerdere tarieven geldt dat ze nu nog niet alle kosten dekken. De riool- en afvalstoffenheffing zijn hiervan de belangrijkste voorbeelden.
In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op:
- De lokale heffingen;
- De lokale woonlastendruk; OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing
- De overige ongebonden heffingen; hondenbelasting en precario
- De overige gebonden heffingen; markt- en havengelden, parkeerbelastingen en leges
- Het kwijtscheldingsbeleid;
- De woonlasten in Hilversum vergeleken met de landelijke woonlasten.
Lokale heffingen
Bepalen overhead uurtarief
Een belangrijk onderdeel van de BBV-regels is dat overheadkosten apart, via een voor alle tarieven te gebruiken verdeelsleutel, aan de kosten van een voorziening moeten worden toegerekend. In Hilversum gebeurt dat door middel van een standaardopslag op het uurtarief van de formatie, die belast is met de gemeentelijke heffingen. Die opslag is berekend door de totale overheadkosten te delen door het totaal aantal productieve uren van de gemeentelijke, personele formatie (fte's).
De opslag overhead per productief uur bedraagt in 2020:
Opslag overhead | 2020 |
---|---|
Geraamde overhead | € 30.221.362 |
Geraamde formatie | 426 |
Productieve uren per persoon | 1.332 |
Totaal productieve uren | 567.046 |
Berekende overhead per uur | € 53,30 |
De woonlasten; onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing
In het coalitieakkoord zijn voor de woonlasten als totaal twee (algemene) uitgangspunten opgenomen.
Algemene uitgangspunten:
- De woonlasten als totaal stijgen maximaal met de inflatie: De verwachte inflatie voor 2020 is 1,5%. Bij het hanteren van dit uitgangspunt wordt ook gekeken naar de verschillende categorieën (huurders, eigenaren en 1, 2 of meerpersoonshuishoudens). Voor de OZB opbrengst wordt voor 2021 en verder gerekend met 2% (conform hoe we de afgelopen jaren dit hebben verwerkt in de meerjarenbegroting)
- We streven naar volledige kostendekkendheid: Bij opstellen van begroting 2019 was de kostendekkendheid van afval en riool 96% en liep jaarlijks op met 1% (verwachting was dan per 2023 100% kostendekkend te zijn). Voor begroting 2020 en verder is tempo van kostendekkendheid een ‘knop’ om aan te draaien om te kunnen voldoen aan eerste uitgangspunt.
Voor het bepalen van de tarieven en het zorgen dat aan beide uitgangspunten zoveel mogelijk kan worden voldaan (waarbij uitgangspunt 1 boven 2 gaat) kan aan diverse knoppen ‘gedraaid’ worden:
- Stijging van OZB
- Kostendekkendheid Afval en Riool (ieder afzonderlijk)
- Inzet egalisatiereserve afval en voorziening riool (ieder afzonderlijk)
Het is mogelijk om de stijging van de kostendekkendheid van het afval en riooltarief sneller toe te laten nemen dan eerder voorzien. Waar we bij het opstellen van de begroting 2019 nog uitgingen om per 2023 kostendekkend te zijn kan dat nu per 2022 gebeuren. Ondanks dat de kostendekkendheid toe neemt blijft de jaarlijkse tariefstijging wel binnen de inflatie.
Dat de kostendekkendheid kan toenemen is het gevolg dat de afboeking van de rioleringsinvesteringen ten laste van de ‘Spaarvoorziening Riolering’ een positiever effect heeft dan eerder verwacht. Bij het opstellen van de begroting 2019 en verder is een conservatieve (grove) aanname gedaan van het effect. Er is uitgegaan dat alle af te waarderen activa een afschrijvingsduur zou hebben van 75 jaar maar kijkend naar de werkelijke af te waarderen activa zitten daar ook activa tussen met een veel kortere afschrijvingsduur hetgeen een positief effect heeft op de niet meer toe te rekenen afschrijvingskosten.
In onderstaande tabel de ontwikkeling van de verschillende tarieven (met kostendekkendheid percentage). Ook is aangegeven wat het totaal aan woonlasten is per soort huishouden.
Lokale woonlastendruk | meerjarenraming | ||||
---|---|---|---|---|---|
B2019 | B2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 244,61 | 248,52 | 255,48 | 261,61 | 267,37 |
Rioolheffing | 193,20 | 181,69 | 183,43 | 186,67 | 189,31 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) | 305,71 | 324,42 | 330,48 | 336,10 | 343,36 |
Totaal | 743,52 | 754,63 | 769,39 | 784,38 | 800,04 |
Procentuele wijziging voor woningeigenaren: | |||||
* Eenpersoons huishouden | 0,59% | 1,97% | 2,21% | 1,94% | |
* Tweepersoons huishouden | 1,08% | 1,96% | 2,08% | 1,97% | |
* Meerpersoons huishouden | 1,49% | 1,96% | 1,95% | 2,00% | |
Procentuele wijziging voor huurders van woningen | |||||
* Eenpersoons huishouden | -0,06% | 1,43% | 1,73% | 1,80% | |
* Tweepersoons huishouden | 0,80% | 1,49% | 1,73% | 1,85% | |
* Meerpersoons huishouden | 1,44% | 1,54% | 1,73% | 1,89% |
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
Het tarief voor de onroerende zaakbelastingen voor woningen stijgt met 1,6%. Voor de periode 2021-2023 houden we het inflatiepercentage van 2% aan.
Niet-Woningen (gebruikers)
In het tarief voor de onroerende zaakbelastingen voor niet-woningen is ook rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1.5 % (2020: 1,5%, in de periode 2021-2023: 2%). Voor de gebruikers van niet-woningen stijgt de OZB dan ook met 1,5%.
Niet-Woningen (eigenaren)
Ook voor de eigenaren van niet-woningen is in het tarief onroerende zaakbelastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,5% (2020: 1,5%, in de periode 2021-2023: 2%). Voor 2020 geld bij het tarief voor de eigenaren van niet-woningen nog dat er rekening is gehouden met eenmalige teruggave (€200.000). Voor de jaren 2017 en 2018 is een onjuiste berekeningssystematiek gehanteerd waardoor er een te hoog tarief was berekend.
Ontwikkeling onroerende zaakbelasting:
Omschrijving | 2019 | 2020 | Verschil t.o.v. 2019 | % |
---|---|---|---|---|
Woningen | ||||
Gemiddelde woningwaarde | 284.751 | 304.683 | 19.932 | 7% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 244,61 | 248,52 | 3,91 | 1,6% |
Niet - woningen gebruikers | ||||
Gemiddelde waarde | 599.760 | 605.758 | 5.998 | 1% |
Onroerendezaakbelasting gebruiker | 1.052,49 | 1.068,27 | 15,79 | 1,5% |
Niet –woningen eigenaren | ||||
Gemiddelde waarde | 599.760 | 605.758 | 5.998 | 1% |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 1.523,99 | 1.547,10 | 23,11 | 1,5% |
Als in januari van het begrotingsjaar de aanslag wordt opgelegd, gebeurt dat op basis van de WOZ-waarde op het moment van de aanslag. Deze kan zowel naar boven als naar beneden afwijken van de waarde waarvan in deze begroting is uitgegaan.
Rioolheffing
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief rioolheffing:
- Volumetoename aantal huishoudens is beperkt meegenomen voor 2020 en voor 2021 en verder met 250 per jaar.
- Exploitatiebudgetten zijn conform Kadernota niet geïndexeerd
- Kosten SBS zijn wel geïndexeerd conform verstuurde RIB (2019-39)
- Lonen en overhead zijn met 3% geïndexeerd conform Kadernota
- De inzet van de spaarvoorziening in 2019 is nog een gespreksonderwerp met accountant en commissie BBV. Hier is het uitgangspunt gehanteerd zoals in begroting 2019 is opgenomen (afboeken activa ten laste van spaarvoorziening).
Kostendekkendheid rioolheffing | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
- kosten exploitatie | 1.575 | 1.615 | 1.575 | 1.575 | 1.575 |
- kapitaallasten | 1.557 | 1.043 | 1.003 | 989 | 911 |
- straatreiniging zonder BTW | 345 | 362 | 362 | 362 | 362 |
- dubieuze debiteuren | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
- mutatie spaarvoorziening | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 | 2.804 |
- directe personeel - en organisatiekosten | 861 | 850 | 830 | 827 | 827 |
- inkomsten taakveld, excl. heffingen | -110 | -110 | -110 | -110 | -110 |
Netto kosten taakveld | 7.107 | 6.639 | 6.539 | 6.522 | 6.444 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 |
- heffing en inning zonder BTW | 71 | 71 | 71 | 71 | 71 |
- overhead | 828 | 810 | 782 | 802 | 767 |
- BTW | 415 | 427 | 419 | 419 | 419 |
Totale kosten | 8.996 | 8.522 | 8.386 | 8.389 | 8.276 |
Dekkingspercentage | 96% | 98% | 99% | 100% | 100% |
Toe te rekenen kosten | 8.636 | 8.352 | 8.302 | 8.389 | 8.276 |
Totale opbrengst | -8.636 | -8.352 | -8.302 | -8.389 | -8.277 |
Inzet reserve | -400 | -570 | -400 | -300 | -26 |
Opbrengst heffingen | -8.236 | -7.782 | -7.902 | -8.089 | -8.251 |
Tarief | € 193,20 | € 181,68 | € 183,43 | € 186,67 | € 189,31 |
% verandering (t-1) | -5,96% | 0,96% | 1,77% | 1,41% |
Afvalstoffenheffing:
Beleid
Het verwijderen van ons afval is uitbesteed aan de Regio Gooi en Vechtstreek. De begroting van
de Regio Gooi en Vechtstreek is bepalend voor de tarieven afvalstoffenheffing. In eerste instantie moet Hilversum via die begroting toezien op een efficiënte en effectieve afvalinzameling, om daarmee de tarieven afvalstoffenheffing voor de burger zo stabiel en laag mogelijk te houden.
Uitgangspunten bij het berekenen van het tarief afvalstoffenheffing:
- Volumetoename aantal huishoudens is +300 in 2020 en +250 per jaar voor 2021 en verder.
- Exploitatiebudgetten zijn conform Kadernota niet geïndexeerd
- Kosten SBS zijn wel geïndexeerd conform verstuurde RIB (2019-39)
- Lonen en overhead zijn met 3% geïndexeerd conform Kadernota
- Kosten GAD conform meerjarenraming GAD. Er is een nadelig effect wat wordt veroorzaakt door een toename in de kosten van het GAD. Deze liggen voor 2020 circa €4 ton hoger dan dat zij hadden aangegeven bij het opstellen van de begroting 2019. Dit heeft als oorzaak een toename in verbrandingsbelasting en kapitaallasten.
- We zien de laatste jaren een steeds grotere teruggaaf vanuit GAD, hier wordt rekening mee gehouden.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
- kosten exploitatie (GAD) | 8.105 | 8.543 | 8.648 | 8.786 | 8.842 |
- verwachte teruggaaf GAD (jaarresultaat) | -629 | -450 | -450 | -450 | -450 |
- veegkosten | 345 | 362 | 362 | 362 | 362 |
- oninbare vorderingen | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Netto kosten taakveld | 7.896 | 8.530 | 8.635 | 8.773 | 8.829 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | |||||
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 575 | 575 | 575 |
- heffing en inning | 72 | 71 | 71 | 71 | 71 |
- personeel- en organisatiekosten | 74 | 99 | 97 | 97 | 97 |
- BTW | 1.789 | 1.884 | 1.906 | 1.935 | 1.940 |
Totale kosten | 10.406 | 11.159 | 11.284 | 11.451 | 11.512 |
Dekkingspercentage | 96% | 98% | 99% | 100% | 100% |
Toe te rekenen kosten | 9.990 | 10.936 | 11.171 | 11.451 | 11.512 |
Totale opbrengst | -9.990 | -10.936 | -11.171 | -11.451 | -11.512 |
Inzet reserve | -300 | -575 | -550 | -585 | -344 |
Opbrengst heffingen | -9.690 | -10.361 | -10.621 | -10.866 | -11.168 |
Tarief 1 persoonshuishouden | € 184,22 | € 195,48 | € 199,15 | € 202,54 | € 206,91 |
Tarief 2 persoonshuishouden | € 245,16 | € 260,04 | € 265,02 | € 269,53 | € 275,35 |
Tarief meerpersoonshuishouden | € 305,71 | € 324,48 | € 330,48 | € 336,10 | € 343,36 |
% verandering (t-1) | 6,12% | 1,87% | 1,70% | 2,16% |
Overige ongebonden lokale heffingen
Hondenbelasting
In het tarief van de hondenbelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,5% (in de periode 2020-2023: 2%). De geraamde opbrengst voor het jaar 2020 bedraagt € 510.000.
Precariobelasting
In het tarief van de precariobelasting is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,5% (in de periode 2021-2023: 2%). De geraamde opbrengst bedraagt voor het jaar 2020 € 312.000.
Overige gebonden lokale heffingen
Marktgelden
Beleid
In onderstaande tabel is aangegeven welke kosten wij toerekenen aan de markt, welk bedrag daar bij hoort en voor welk percentage wij deze doorbelasten in het tarief. Onder de tabel treft u een toelichting op een aantal kostensoorten.
bedragen x € 1.000 | |||||||
Soort kosten | Bedrag aan kosten | Percentage doorbelast in tarief | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Kapitaallasten herinrichting Marktplein (1) | 51 | 29% | 15 | 15 | 15 | 15 | |
Personeels- en organisatiekosten | 169 | 100% | 162 | 162 | 162 | 162 | |
Schoonmaak na afloop markt | 101 | incl. BTW | 100% | 101 | 101 | 101 | 101 |
Schoonspuiten Marktplein (2) | 21 | incl. BTW | 29% | 6 | 6 | 6 | 6 |
Divers kleine uitgaven | 3 | incl. BTW | 100% | 3 | 3 | 3 | 3 |
Subtotaal kosten | 287 | 287 | 287 | 287 | |||
Dekkingspercentage | 85% | 85% | 90% | 100% | |||
Subtotaal kosten in tarief | 244 | 244 | 258 | 287 | |||
Wijziging bouwfasering herinrichting Marktplein (3) | 160 | 50%(verdeeld over 5 jaar vanaf 2018) | 16 | 16 | 16 | 0 | |
Totaal kosten in tarief | 260 | 260 | 274 | 287 | |||
Promotie (4) | Apart tarief | 17 | 17 | 17 | 17 | ||
Energie (5) | Doorbelast o.b.v. verbruik | 9 | 9 | 9 | 9 |
(1) De Kapitaallasten zijn gebaseerd op een doelmatige herinrichting van het Marktplein. De investering zou dan €1,5 miljoen bedragen. De werkelijke investering was hoger en is het gevolg van keuzes en wensen van de gemeenteraad (zoals een fontein) die voor een functionerende markt niet nodig zijn. Omdat de markt twee van de zeven dagen per week gebruik maakt van het marktplein wordt 2/7e deel (29%) van de berekende kapitaallasten doorbelast.
(2) Het schoonspuiten van het natuursteen gebeurt maandelijks. Naast de markt zorgen ook andere evenementen en regulier gebruik van het plein voor vervuiling. Omdat de markt twee van de zeven dagen per week gebruik maakt van het marktplein wordt 2/7e deel (29%) van de berekende kosten doorbelast.
(3) Tijdens de herinrichting van het marktplein is op verzoek van de markt een wijziging aangebracht in de bouwfasering waardoor de markt beter kon functioneren tijdens de herinrichting. Met de marktcommissie was afgesproken dat deze kosten (€160.000) in 5 jaar via het tarief worden doorbelast (ingaande per 2018). Om de markt tegemoet te komen is overeengekomen deze kosten niet volledig maar voor 50% door te belasten in 5 jaar (vanaf 2018).
(4) Voor de promotiegelden wordt een apart tarief in rekening gebracht. Het bedrag dat hiermee door de gemeente wordt ontvangen wordt niet door de gemeente besteed maar door de markt zelf (via een promotiestichting).
(5) De energie lasten betreft een inschatting en wordt doorbelast op basis van werkelijk verbruik. Deze post is dan ook niet in het tarief verdisconteerd.
TARIEVEN | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
ZATERDAG | ||||
Basis tarief | 0,80 | 0,80 | 0,85 | 0,92 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | 0,05 | 0,05 | |
0,85 | 0,85 | 0,90 | 0,92 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
WOENSDAG | ||||
Basis tarief | 0,70 | 0,70 | 0,75 | 0,82 |
Opslag Wijziging Bouwfasering | 0,05 | 0,05 | 0,05 | |
0,75 | 0,75 | 0,80 | 0,82 | |
Promotie tarief | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
Parkeerbelastingen
Beleid
Er is sprake van een tweetal parkeertarieven. De tarieven voor straat-parkeren en voor vergunningen. Deze kunnen los van de kosten van de parkeerexploitatie worden bepaald.
Daarnaast kennen wij de naheffingsaanslag parkeerbelastingen, die wordt opgelegd als iemand niet of niet genoeg heeft betaald voor straat-parkeren of een vergunning.
In 2019 is het betaald parkeren gebied met een aantal straten uitgebreid. Met de uitbreiding van het aantal gebieden en het huidige aantal geschreven bonnen is de verwachting dat het aantal naheffingen omhoog gaat. De inkomsten uit parkeercontroles worden voor 2020 geraamd op € 1.000.000. Door de uitbreidingen in 2019 zal het aantal vergunning ook toenemen. De inkomsten uit vergunningen worden verhoogd tot € 410.000
Het tarief voor de naheffingsaanslag is wettelijk gemaximeerd (in 2020 op € 64.50). De gemeente mag dit bedrag alleen naheffen als de kosten die de gemeente moet maken voor de handhaving hoger zijn dan de opbrengst van de naheffingsaanslagen. De gemeente mag dus geen winst maken op de naheffingsaanslagen.
Door de invoering van de digitale parkeervergunningen en het belparkeren zijn de opbrengsten voor straat-parkeren en vergunningen flink gestegen. De opbrengsten uit naheffingsaanslagen parkeerbelastingen zijn gedaald. Dit komt omdat het minder vaak voorkomt dat mensen geen of te weinig parkeerbelasting betalen. Doordat de opbrengsten van de naheffingsaanslagen dalen en de kosten van de handhaving gelijk blijven, zijn de kosten in Hilversum per naheffingsaanslag parkeerbelasting hoger dan het wettelijke maximale tarief. Hierdoor is het voorstel om voor 2020 het wettelijke maximum tarief van € 64.50 vast te stellen.
Kostendekkendheid naheffingen parkeren | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Kosten taakveld, incl. omslagrente | 865 | 865 | 865 | 865 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netto kosten taakveld | 865 | 865 | 865 | 865 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 34 | 34 | 34 | 34 |
- overhead incl. (omslag)rente | 227 | 227 | 227 | 227 |
- BTW | 140 | 140 | 140 | 140 |
Totale kosten | 1.266 | 1.266 | 1.266 | 1.266 |
Opbrengst heffingen | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Dekkingspercentage | 79,4% | 79,4% | 79,4% | 79,4% |
Tarief naheffingsaanslag parkeren 2020 volgt | € 64,50 | € 64,50 | € 64,50 | € 64,50 |
Leges
Beleid
De legesverordening bevat de tarieven voor een groot aantal gemeentelijke producten en diensten. Het gaat hierbij altijd om diensten waar mensen zelf om gevraagd hebben bij de gemeente. Voor de door de gemeente geleverde diensten kunnen leges in rekening worden gebracht. Bij de legesheffing worden de kosten die de gemeente maakt verhaald op de aanvrager.
De verordening is opgedeeld in drie titels. In elke titel is een bepaalde categorie gemeentelijke producten ondergebracht. De wettelijke eis is dat kostendekking op het niveau van de verordening als geheel niet meer bedraagt dan 100%. De berekening per titel geeft inzicht in de mate van kostendekking per categorie producten en diensten. In enkele gevallen worden tarieven bij wet vastgesteld. Dit beperkt het aantal tarieven dat volledig kostendekkend kan zijn.
Voor de Omgevingsvergunning blijft het huidige tarief van 3,4 % van de bouwsom gehandhaafd. Een deel van de tarieven zijn wettelijk vastgesteld. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de legesverordening.
Omschrijving | Lasten | Baten | Kostendekkenheid % |
---|---|---|---|
Algemene dienstverlening | 2.031.005 | 1.074.075 | 52,9% |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | 3.292.063 | 2.074.000 | 63,0% |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | 117.257 | 56.000 | 47,8% |
Totaal | 5.440.325 | 3.204.075 | 58,9% |
Havengelden
Beleid
De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. Het overgrote deel is afkomstig van woonschepen. Van recreatievaart is nauwelijks meer sprake en ook het vrachtverkeer neemt af. Kostendekkende tarieven zijn niet haalbaar. De gemeentelijke tarieven zijn nu al vergelijkbaar of hoger dan de commerciële tarieven van de particuliere havens in de omgeving. Daarnaast bieden particuliere havens meer faciliteiten en toezicht. In verband met de grote hoeveelheid verschillende tarieven verwijzen wij hiervoor naar de verordening havengelden.
bedragen x € 1.000 | ||||
Kostendekkendheid havengelden | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Kosten taakveld, incl omslagrente | 592 | 567 | 594 | 594 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -25 | -25 | -25 | -25 |
Netto kosten taakveld | 567 | 542 | 569 | 569 |
Toe te rekenen kosten via andere taakvelden | ||||
- overige toe te rekenen kosten | 3 | 3 | 3 | 3 |
- overhead incl. (omslag)rente | 97 | 96 | 95 | 95 |
- BTW | 43 | 33 | 33 | 33 |
Totale kosten | 710 | 674 | 700 | 700 |
Opbrengst heffingen | 19 | 19 | 19 | 19 |
Dekkingspercentage | 2,7% | 2,8% | 2,7% | 2,7% |
Inkomsten uit lokale heffingen
In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit lokale heffingen weergegeven.
Omschrijving | Jaarstukken | Begroting | meerjarenraming | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Ongebonden heffingen | ||||||
Onroerendezaakbelastingen woningen | 10.090 | 10.779 | 11.571 | 12.155 | 12.567 | 13.023 |
Onroerendezaakbelastingen niet woningen | 9.710 | 9.282 | 9.519 | 9.786 | 10.021 | 10.241 |
Hondenbelasting | 485 | 510 | 510 | 510 | 510 | 510 |
Precariobelasting | 310 | 312 | 312 | 312 | 312 | 312 |
Voorziening debiteuren | -392 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal niet gebonden heffingen | 20.203 | 20.883 | 21.911 | 22.762 | 23.408 | 24.085 |
Gebonden Heffingen | ||||||
Rioolheffing | 8.835 | 8.236 | 7.782 | 7.902 | 8.089 | 8.251 |
Afvalstoffenheffing | 8.986 | 9.690 | 10.361 | 10.620 | 10.866 | 11.168 |
Marktgelden | 225 | 272 | 289 | 289 | 306 | 311 |
Opbrengsten parkeermeters en vergunningen | 3.632 | 3.210 | 3.420 | 3.420 | 3.420 | 3.420 |
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen | 1.026 | 935 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Leges omgevingsvergunningen | 2.682 | 2.350 | 1.881 | 2.054 | 2.054 | 2.054 |
Leges burgelijke stand (inclusief huwelijken/partnerschap) | 183 | 187 | 211 | 211 | 211 | 211 |
Leges rijbewijzen/paspoorten/identiteitskaart | 1.391 | 707 | 758 | 871 | 736 | 604 |
Leges gemeentelijke basisregistratie | 171 | 149 | 145 | 145 | 145 | 145 |
Overige leges en heffingen | 110 | 246 | 246 | 246 | 246 | 246 |
Voorziening debiteuren | -554 | |||||
Totaal gebonden heffingen | 26.687 | 25.982 | 26.093 | 26.758 | 27.073 | 27.410 |
Totaal | 46.890 | 46.865 | 48.004 | 49.520 | 50.481 | 51.495 |
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente Hilversum biedt inwoners de gelegenheid kwijtschelding aan te vragen, als zij niet of met grote moeite in staat zijn om de lokale belastingen te betalen. Een inwoner komt niet zomaar in aanmerking voor kwijtschelding. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden dat de gemeente toetst bij de behandeling van de aanvraag. De kwijtscheldingsverzoeken worden behandeld aan de hand van normen van de rijksoverheid en de relevante wet- en regelgeving voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De door kwijtschelding misgelopen opbrengsten zijn verrekend in de tarieven.
De gemeente Hilversum verleent kwijtschelding voor de zogenoemde gebruikersheffingen: afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. Bij de hondenbelasting geldt dit alleen voor de eerste hond binnen een huishouden. De belasting voor een tweede hond of meer komt nooit in aanmerking voor kwijtschelding.
Hilversum behandelt ook de kwijtscheldingsverzoeken voor de (waterschaps)heffingen van Waternet, wanneer het om inwoners van Hilversum gaat. Waternet vergoedt de kosten die de gemeente Hilversum hiervoor maakt.
Voor administratieve beroepen wordt ingeschat dat 95% daarvan ongegrond is. Dit in de verwachting dat de beoordeling van de kwijtscheldingsverzoeken correct heeft plaatsgevonden en dat het administratief beroep daarom kan worden afgewezen (ongegrond verklaard).
In de fase van administratief beroep kunnen alsnog opgevraagde stukken worden verstrekt waardoor het administratief beroep alsnog wordt toegewezen. Het is dus niet zo dat het kwijtscheldingsverzoek onterecht is afgewezen, maar wel dat het administratief beroep wordt toegekend waardoor het percentage ongegrond verklaarde beroepschriften lager kan uitvallen dan begroot zoals in het onderstaande overzicht is aangegeven bij de jaarstukken 2018.
Omschrijving | JS 2018 | B 2019 | B2020 |
---|---|---|---|
Aantal kwijtscheldingsverzoeken | 3.724 | 3.250 | 3.250 |
(inclusief Waternet) waarvan: | |||
Geheel toegekend | 2.371 | 2.450 | 2.450 |
Gedeeltijlijk toegekend | 27 | 150 | 150 |
Afgewezen | 350 | 650 | 650 |
Per 31 december in behandeling | 976 | 0 | 0 |
Verzoeken afgehandeld binnen 6 mnd | 88% | 100% | 100% |
Totaalbedrag kwijtschelding | 1.221.229 | 1.184.000 | 1.184.000 |
Aantal beroepschriften | 174 | 100 | 100 |
% ongegronde beroepschriften | 26% | 95% | 95% |
% afgehandelde beroepschriften binnen | |||
wettelijke termijn van 8 weken | 77% | 100% | 100% |
Tabel Aantal kwijtscheldingsverzoeken (inclusief Waternet)
Landelijke woonlastenvergelijking
Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) van de Rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt periodiek onder andere de diverse lokale lasten met elkaar. Het COELO brengt hierover jaarlijks de 'Atlas van lokale lasten' uit, met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland.
In 2019 neemt Hilversum een vergelijkbare positie in ten opzichte van 2018. De gemiddelde woonlasten voor woningeigenaren liggen in veel gemeenten rond het gemiddelde van € 740. In 75 procent van de gemeenten liggen de woonlasten tussen de € 650 en € 850. Voor Hilversum is dit voor 2019 € 767. Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste gemiddelde woonlasten) voor een meerpersoonshuishouden met daarin opgenomen de positie van Hilversum, ziet er als volgt uit.
| 2017 | 2018 | 2019 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | ||||||
Gemeente met de laatste lasten | 1 | 487 | 1 | 505 | 1 | 511 |
Gemiddelde van alle gemeenten | 723 | 721 | 740 | |||
Gemeente met de hoogste lasten | 398 | 1.211 | 387 | 1.234 | 372 | 1.446 |
Gemeente Hilversum | 166 | 731 | 203 | 748 | 208 | 767 |
De gemiddelde woonlasten voor woningeigenaren in Nederland voor 2019 bedraagt € 740 (Coelo 2019). Onze tarieven voor woningeigenaren voor 2019 zitten net boven dit gemiddelde. Of onze tarieven in 2020 weer rond het landelijk gemiddelde uitkomen, hangt af van de gemiddelde stijging. Deze ligt doorgaans gelijk met het inflatiecijfer.
De gemiddelde woonlasten voor huurders (riool- en afvalstoffenheffing) in Nederland bedraagt € 368 in 2019. Onze tarieven voor huurders voor 2019 liggen boven het gemiddelde. Het overzicht van de gemeenten voor huurders met daarin opgenomen de positie van Hilversum, geeft het volgende beeld.
2017 | 2018 | 2019 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag |
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten | ||||||
Gemeente met de laatste lasten | 1 | 58 | 1 | 34 | 1 | 37 |
Gemiddelde van alle gemeenten | 364 | 358 | 368 | |||
Gemeente met de hoogste lasten | 398 | 674 | 387 | 658 | 372 | 644 |
Gemeente Hilversum | 318 | 484 | 337 | 494 | 328 | 499 |
Of onze tarieven voor huurders in 2020 dichter bij het gemiddelde uitkomen, hangt af van de gemiddelde stijging. Deze ligt doorgaans gelijk met het inflatiecijfer.